Een slordige 1 meter 80 sprint over de atletiekbaan. Een grote grijns op een gezicht vol dons en pukkels. De rest kon hem niet bijhouden. Zien jullie het voor je? Zo’n lekkere stoere sportbink? Geef hem dan nu een telefoon in zijn handen om naar de ortho te bellen voor een afspraak. Dat zweet van die sprint was maar een schijntje bij het zweet dat hem nu uitbreekt.
(afbeelding: Een boel gevoel van Noortje Wierenga)
Knalblauw shirt, hippe spijkerbroek en vrolijke paardenstaart. Een kwebbeldame geeft vol zelfvertrouwen haar spreekbeurt in groep 7 over haar vioolles. Ze loopt heen en weer, maakt grote gebaren en straalt van energie. Zet deze springveer nu bij de gymles en ineens is staat ze stil. ‘Juf, ik ben een beetje moe en mijn knie doet zo’n pijn’.
Een hele dag in de boeken, informatie sponzen. Lekker op zijn gemak onder een dekentje op de bank en daarna vertellen, vertellen, vertellen. Hij weet zo veel! Trivia? Quiz? Zet hem in je team en je wint gegarandeerd. Is het echter tijd voor een toets op school? Dan ligt hij ook onder een dekentje op de bank, want hij is ziek.
Allemaal beelden van faalangst, maar vaak vermomd of weggemoffeld. In de volksmond wordt faalangst snel de angst om fouten te maken genoemd. Faalangst is echter groter en breder dan dat. Een fout maken is vaak niet wat het ergste is. De gevolgen van die fout, dat is wat vreet. Want, wat als je een onvoldoende haalt? Wat gaat juf dan zeggen? Of gaan je ouders boos worden? Wat als je geen koprol durft te maken? Dan lacht de hele klas je vast uit! Of wat als die sprong over de kast niet lukt? Misschien doe je jezelf dan wel heel erg veel pijn en gooi je een hele les overhoop. Wat als je iets heel doms zegt tegen iemand? Hoe weet je nou of iemand je aardig vindt? Faalangst kan sociaal, cognitief en motorisch zijn. Of een mix, natuurlijk.
Kunnen we alsjeblieft onze kinderen leren te genieten van een fout? Kunnen we geduld leren hebben met het oefenen in fouten maken? Als we als ouders op elk foutje commentaar leveren, snel verbeteren en ongeduldig zijn, help je faalangst zeker niet de wereld uit. Vier de fout, benoem je eigen fouten. Glunder om je blunder, zeg ‘deze fout maakt je goud’, maak van je ‘oh nee’, je jippiekajee!
Een fout maken is niet erg. Iets niet kunnen is niet erg. Iets helemaal nooit kunnen of nooit goed kunnen is ook helemaal prima. Ieder heeft zijn talenten en zijn dingen die gewoon niet zo goed lukken. Laten we daar eens de nadruk op gaan leggen in plaats van scores, prestaties en vergelijkingen. In een tijd waarin alles meetbaar moet zijn (vanaf groep 1!) wordt de kans op het creëren van faalangst vergroot.
Laat je slungel de ortho bellen en begrijp zijn angst. Geef hem dikke, dikke complimenten als hij het doet. Gaat het fout? Ook prima, help hem het op te lossen en geef hem alsnog complimenten! Laat de kwebbelkous een hele slechte koprol doen en daag anderen uit hem nog slechter te doen! Laat haar kletsen tijdens de rol om haar zenuwen eruit te kunnen gooien. Maar geef vooral complimenten omdat ze het probeert. En vier die onvoldoendes op toetsen! Het is niet erg om iets niet te weten. Beloon het van de bank afkomen en die toets maken, ongeacht het resultaat!
En last, but not least, geef deze kanjers vooral de handvaten die ze verdienen. Leer ze vaardigheden om met (faal)angst om te gaan. Ademhaling, ontspanning, voorbereiding, visualisaties. Er is zoveel mogelijk! Leer ze dat iets niet altijd is wat het lijkt…
Hulp nodig bij het aanleren van die handvaten? Kijk dan eens bij de ontdekkingstocht faalangst.